Mijn traditionele manden zijn gemaakt van wilgentenen. Dit zijn de eenjarige twijgen van wilg.
Ieder jaar in de winter worden de wissen afgedaan, gedroogd en gesorteerd op lengte, in bussels.

Voor het vlechten van een mand worden uit deze bussels wissen gesorteerd en, volgens hun dikte, een paar dagen geweekt in water, om ze terug soepel te maken, zodat ermee gewerkt kan worden. Dankzij deze werkwijze verkrijgt men stevige manden.

Een mand is een natuurlijk produkt, thuishorend in een ecologische ‘way of life’. De kleuren in de manden zijn de natuurlijke kleuren van de verschillende wilgensoorten die gekweekt worden voor het mandenvlechten.

Zo geeft bijvoorbeeld Salix purpurea een groene kleur, Salix triandra neigt naar olijfgroen, Salix fragilis (of Belgisch rood) is roodbruin, waar Salix viminalis dan weer geel is. Er kan ook gewerkt worden met witte wissen, deze zijn geschild. Of met buf wissen, die dan weer eerst gekookt zijn alvorens geschild te worden.

 

Oeroud en up-to-date

Een mand kan gebruikt worden voor alles en nog wat, brengt sfeer in huis en straalt rust uit. De technieken die gebruikt worden voor het vlechten zijn de aloude technieken van het vlechtersambacht.

Ik streef ernaar om manden te maken die anders ogen dan ingevoerde manden uit lageloonlanden.
Het zijn kwaliteitsmanden die jarenlang meegaan. Ze zijn ecologisch en niet behandeld met chemische produkten. Eens versleten worden zij gewoon terug natuur.

 

Mijn hedendaagse manden zijn gemaakt uit uiteenlopende materialen.
Voorbeelden zijn:

  • Pitriet: dit is de kern van rotan een klimpalm uit tropische streken.
  • Spaanders en schenen: wordt verkregen door rotan te kloven en te schaven.
  • Raffia: is materiaal dat vervaardigd is uit dunne repen blad van de raffiapalm uit Afrika en Madagascar.
  • Handgeschept papier. Dit wordt soms ook bewerkt met tempera, een zelfgemaakte verf op basis van eierdooiers en kleurpigmenten.
  • Wol en touw, eventueel in combinatie met andere materialen.
  • En natuurlijk ook wilg en wilgenschors.